Daniel Huws

vertaald door Margriet Boleij met Mary Burdett-Jones

Zij waren niet genoeg, je rode haar en zomersproeten
en de diepzinnige frons die snel smolt tot een glimlach
en je smalle met armbanden bedekte pols en je artistieke vingers,
zij moesten geëtst worden als een eeuwig jonge beeltenis.

Het was niet genoeg voor jou om gezelschap te strikken met je vriendelijkheid,
iedereen moest almaar lachen op onvergetelijke avonden,
en geciviliseerde conversatie was niet genoeg als er muziekgemaakt werd,
je was niet gelukkig tot iedereen danste.

Niet genoeg was je wonderschone hart met de gave
om liefde uit te stralen van de brandhaard van ellende,
je moest een wonder voeden, de kroon van je hart,
dat fataal zou bloeien op een zondagavond in september.

Niet genoeg was het familie en vrienden te verrijken
door ze te leren hoe iedere minuut te leven,
je moest de geheime rijkdom van leren toevoegen
wat het betekent te verliezen en samen te rouwen.

Niet genoeg was het om in de gedachten te zijn van hen die van je hielden
toen zij in een stil hoekje zaten de avond van je begrafenis,
je moest je ook buiten in het donker in de tuin schuilhouden,
en de vonken waren als vuurwerk.

Niet genoeg was het om te kussen bij begroeting, we moesten omarmen,
niet genoeg was het om in galop te leven, we moesten de dood proeven.
Niet genoeg was het om zonder waarschuwing te sterven, je moest terugkomen
om iedere dag honderd keer onze breekbare werelden te verbrijzelen.

Niet genoeg was het, mijn onbevreesde kind, je moest op ons vooruitlopen
naar de poort van donkerte alsof het slechts een opening was
tussen de buxusbomen en de jeneverbessen
op de rotsige weide van de Pyreneeën in de maartse zon.

‘Yr Annigoneddau’

© copyright Margriet Boleij 2025