Grug Muse

vertaald door Margriet Boleij met Mary Burdett-Jones

1.

Stel je het ergst mogelijke voor.

Ik zag gisteren een pikkende kraai,
Alle veren op zijn lijf waren wit.
Ik zag het als een slecht voorteken. Lees dit daarom,
alsjeblieft, alsof het werkelijkheid is.
Alsof jij een soort heilige ben, of een vreemdeling.
Lees mij alsof ik een straf ben
en ik je over de drempel van een poort draag
als of ik een beest ben.
Ik stop mijn vingers iedere dag
tussen de bloembladeren van de wond
en hou ze naar de zon.
Lees mij alsof ik een tuinvrouw ben.

Waarschijnlijk is de verbeelding het ergst.

2.

Daar is de kraai weer, zaden pikkend in de bloembedden.
Weet je dat de voedingswaarde van het zaad ligt
in de mogelijkheden van ontwikkeling?
Een bloem worden of voedsel of rotten in een vochtige pot
en soms, soms wordt het een afdruk in klei
aan de rand van het moeras en wacht op iemand
die de grond angst aanjaagt en wakkermaakt.

Maar ik ben het bangzijn moe. Ik ben moe van de kraaien,
de hele dierentuin van namaak mythische creaturen,
de hazen en de uilen.
Ik vond een duizend poot in mijn schoen gisteren.
Ik wilde lief zijn, maar hier is het dan, klunzig weggegooid
in het midden van dit gedicht.

3.

Er was geen duizendpoot. Er was geen kraai.
Er was geen regenbui, geen schoen, er was geen woord.
De hazen zijn gegaan en de uilen zijn gedood door de auto’s
op de snelweg. En de zonsondergang?
De kleuren van het land dat brandt.

Lees mij als mos op een stenen muur,
als de resten van meeuwen in het zand
als de cirkels die zich verspreiden
over de oppervlakte van het meer
nadat iets zwaars in het midden van het water is gegooid.

‘Ars poetica’

© copyright Margriet Boleij 2025