‘Y goeden’
Mererid Hopwood

vertaald door Margriet Boleij
met Mary Burdett-Jones

Zij is verlegen, maar wij moeten haar altijd weer zien,
klein meisje van het voorjaar,
en haar spel begint schaamteloos
met het naar haar bed brengen,
naar het nest van bladeren,
van het wonder van de dag.

En haar zang is nu luider en dichterbij,
zang van haar warme belofte,
de hele zomer komen haar bloemen in veelvoud
om ons te verblinden voor het duister –
het beeld vullend met haar groen
sluit zij het licht buiten, sluit buiten de vijand.

En hier is de herfst – kijk!
Haar sterven is een voortreffelijke show,
er komt van de bomen het geluid van haar schreeuwen
als een almaar luider wordende melodie: kijk naar mij!

Totdat de één-jarige twijgen zonder stem
naar het land van de eeuwig-durende stilte gaan –
en wij verlaten het gezelschap van de boom.
Zij is oud.

Maar de kaalheid van de boom maakt een venster,
ruit na ruit om een antwoord te vinden op de vraag,
tussen twee takken is voor een ogenblik
een opening dat een raam vormt op de wereld,
het zonlicht verheldert
en de ouderdom legt uit;

waar de bladeren waren kunnen paden van de dag
me naar een nieuwe plek leiden,
door haar kan ik de kleur van het landschap
duidelijk zelf zien.

© copyright van de vertaling Margriet Boleij 2023